Fokken

 

 

Fokken

Het begint met het kopen van een kitten. En de ervaringen bij de fokker, met de leuke speelse nestgenoten en andere katten. Wanneer het kitten dan opgroeit tot een prachtige kat, komt vaak het idee om ook een nestje te fokken.

Wat is fokken?
In principe is fokken gewoon een poes kittens laten krijgen. Net zoals koken kan bestaan uit het koken van een ei. Iemand die zich ‘kok’ noemt, zal hier echter geen genoegen mee nemen. En ook een fokker hoort geen genoegen te nemen met een poes zomaar kittens van een kater te laten krijgen.

Let wel: één nestje is ook fokken!

Fokdoel
Waarom wil je fokken? Dit is in principe jouw fokdoel. Het vergroten van je eigen kattenpopulatie? Of van de kattenpopulatie in het asiel? Een prachtige Coon die prijzen haalt op shows? Of een gezonde Coon die met gemak 20 jaar oud wordt? Een lieve Coon die het goed kan vinden met kleine kinderen? Een ‘waakcoon’? Een leuke ervaring voor de kinderen, het wonder der geboorte?

Mocht je besluiten te willen gaan fokken, ga dan eerst praten met de fokker van uw kat.  Die kan je vertellen wat er allemaal bij komt kijken, en ook wat de moeilijkheden zijn. Mocht je geen contact met een fokker hebben, dan kan de RMC wellicht een ‘mentor’ voor je vinden.

Ook ondersteunt de Rasclub Maine Coon (beginnende) fokkers met informatie. Bij belangstelling worden er workshops georganiseerd over stambomen, gezondheid, zwangerschap, werpen, moederloze kittens, en andere belangrijke onderwerpen.

Lees meer Belangrijke overwegingen

Belangrijke overwegingen

De Rasclub Maine Coon heeft veel informatie omtrent alle aspecten van het fokken. Hieronder vindt je een aantal belangrijke aspecten. Neem de tijd om deze opsomming door te nemen en stel jezelf de genoemde vragen … Zoek naar informatie en wanneer je een vraag hebt waarop je het antwoord niet kunt vinden, neem contact op met onze werkgroep Fok & Advies!

Wil je dat de kittens stambomen krijgen? Dan moet je lid worden van een stamboek-voerende vereniging. De RMC is een ondervereniging van zo’n vereniging, namelijk Felikat. Er zijn in Nederland nog veel meer verenigingen, op de pagina `verenigingen` staat een overzicht.
Wil je de kittens een mooie catterynaam meegeven? Dan moet je een catterynaam registreren bij jouw vereniging.  Dit is niet verplicht: als je geen catterynaam hebt, dan krijgen de kittens zogenaamde jaarletters bij hun (stamboom)naam.
Met welke poes wil je gaan fokken? Mag je hiermee fokken, en is deze poes een goede fokpoes? Niet alle poezen zijn geschikt om mee te fokken! Veel Maine Coons zijn terug te vinden in de Pawpeds database. Pawpeds geeft erg veel informatie en ook cursussen, gericht op de serieuze liefhebber en (beginnende) fokker.

Komt poes thuis, zwanger van een onbekende kater? Deze kater heeft net zoveel kans op genetische ziekten als een willekeurige raskat. Meer dan een geteste dekkater. Afgezien hiervan heeft deze kater waarschijnlijk een mindere gezondheid: hij heeft tenslotte zijn territorium moeten verdedigen tegen andere katers, en dat gaat tamelijk hardhandig. Verder loopt hij buiten rond waar hij voedsel en drinken vindt dat niet bepaald een keurmerk krijgt – maar waarschijnlijk wel infecties. Natuurlijk heeft uw poes deze zelfde risico’s gelopen toen ze buiten liep, dus de risico’s voor de kittens zijn groot! En – een stamboom kunt u voor de toekomstige ‘vuilnisbakjes’ niet krijgen!

Met welke kater wil je gaan fokken? Hoe vindt je een dekkater? Deels zijn hierbij dezelfde vragen als bij de poes. Maar het houden van een dekkater is niet eenvoudig, en ook: een kater heeft vaak meer nakomelingen dan een poes, dus het is extra belangrijk dat de kater geen ongewenste eigenschappen verborgen heeft. Vaak stelt de eigenaar van de kater extra eisen.

Wat komt er kijken bij een dekking? Voor poes en kater zijn enkele testen verplicht, en andere testen sterk aanbevolen. En natuurlijk begint nu ook de papierwinkel voor een nestje.

Extra zorg tijdens de zwangerschap. De poes krijgt natuurlijk extra zorg. Maar houdt er ook rekening mee dat het gedrag van de poes kan veranderen, en het samenleven met de andere katten, en kinderen, moeilijk kunt worden. Heb je daar eventueel de ruimte voor?

De bevalling, en de zorg voor de jonge kittens. Dit is vaak erg intensief. De praktijkverhalen geven een onthullende blik hierover. Zie je tijdig dat de poes gaat werpen? Zie je de moeilijkheden op tijd? Zie je de problemen van de kittens? Een navelbreuk of knikstaart zijn in dit stadium vrij onschuldige aandoeningen; gespleten verhemelte is verborgen maar dodelijk, en een ernstige navelbreuk of open ruggetje … Een keizersnede is niet gebruikelijk. Daarna kan de moeder niet direct de kittens zogen; kun je de kittens elke twee uur verzorgen? De poes met kittens is vaak extreem in gedrag naar andere katten en mensen toe. Kun je dit hebben? In geduld, maar ook in gezinssituatie, en ruimte?

Kleine kinderen, kleine zorgen; grote kinderen, grote zorgen: dit geldt ook voor kittens. Als de kittens uit de werpkist/werpkamer komen, is het huis dan kittenveilig? Electrische draden, planten, materiaal waarop gekauwd kan worden. Plekjes (onder de kast) waar we in kunnen kruipen, en niet uit kunnen komen. En: gaat de overgang op vast voedsel goed, gaat het wennen aan de bak goed? Zijn er geen virussen dan wel bacteriën die hun kans schoon zien? Een kleintje aan de diarree is geen pretje. En als er één diarree krijgt, volgt al snel de rest … Blijft de ontwikkeling goed gaan? Geen knikken in de staart, geen tranende oogjes? En dan gaan we naar de dierenarts voor de enting: komt er een entreactie?

Als de kittens groot zijn geworden, kun je voldoende goede huisjes voor ze vinden? Of wil je ze allemaal houden? En nu hebben we het niet over ‘de kosten eruit halen’ – ga er maar van uit dat dat niet lukt!

 

Lees meer Hoe kies je een kat om me te fokken?

Hoe kies je een kat om mee te fokken?

Anneke Kuys, Cattery Patchwork, geplaatst in It’s Coontime! 01/1997

Waar let je op wanneer je van plan bent om een nestje te gaan fokken?
Bij het kruisen van katten kom je de termen inteelt, lijnenteelt en outcross tegen.
Van outcross spreekt men bij kruising van min of meer onverwante lijnen.
Onder inteelt wordt verstaan vader x dochter, moeder x zoon en broer x zus.
Lijnenteelt noemt men de combinaties halfbroer x halfzus, neef x nicht, oom x nicht, neef x tante.


Welke gedachtegang steekt hierachter en wat bereik je hiermee?

Je kunt je voorstellen dat wanneer je 2 totaal onverwante katten met elkaar kruist je een nestje zult krijgen waarin de kittens er zeer verschillend uit zullen zien, terwijl je als je 2 katten neemt die enigszins familie van elkaar zijn, je een wat meer op elkaar lijkend nest krijgt. Vergelijk maar met gezinnen bij mensen die familie van elkaar zijn waarbij je bepaalde gezichtstrekken herkent. O, je bent er een van die …

Bij het fokken wil je proberen om de goede punten van je kat vasthouden en de minder goede punten verbeteren. Bij het kruisen met verwante katten is de kans groot dat ze diezelfde punten ook hebben waardoor je die vastlegt voor je geplande nest.

Door middel van inteelt (sterk verwante lijnen) kom je heel snel tot dit resultaat. Voordeel hiervan is dat je weet wat je kunt verwachten. Nadeel is echter dat je naast de goede ook de slechte eigenschappen versterkt waardoor bepaalde gebreken tot uiting kunnen komen. (Deze slechte eigenschappen kunnen natuurlijk ook- niet zichtbaar- aanwezig zijn bij een outcrosskat, maar daar loop je minder de kans dat die precies dezelfde zijn en daardoor versterkt worden. In laboratoria kijkt men bij onderzoeken met muizen tot hoever men met inteelt kan gaan. Maar onze katten zijn geen laboratoriummuizen en ze leven ook niet onder laboratoriumomstandigheden. Bij inteelt loop je een grote kans op vruchtbaarheids- en immuniteitsproblemen.

Beperken van dit risico kun je door via tussenweg stapsgewijs je doel te bereiken: nl. door katten te nemen die wel enigszins verwant zijn. Als je “helemaal veilig” wilt fokken bij katten en geen enkel risico wilt lopen dan kun je er beter helemaal niet aan beginnen.

Overigens hoeven alle slechte eigenschappen die bij een nest naar voren komen niet per definitie erfelijk te zijn. Een voorbeeld hiervan is een open gehemelte. Dit kan naast een erfelijke aanleg ook nog door storing in de hormoonaanmaak tijdens de dracht en nog vele andere oorzaken komen. Het is dus belangrijk om te kijken naar de stamboom van je kat om te zien welke namen er op voor komen en of dat vaak dezelfde zijn. Als er al iets aan lijnenteelt is gedaan kun je bijvoorbeeld de fokker naar ervaringen vragen die kenmerkend voor die lijnen zijn. Als zich vaak dezelfde fouten voordoen bij dezelfde katten of dezelfde lijnen dan wijst dit natuurlijk wel in de richting van een erfelijke aanleg en kun je proberen deze fouten te voorkomen door niet met deze katten of niet met een dergelijke combinatie te fokken.

Laatst zijn we met een aantal mensen bij een lezing geweest van professor Ubbink. Hij heeft uitgebreid onderzoek gedaan bij diverse hondenrassen. Hierbij bleek dat de generatie honden van nu is opgebouwd uit genen die afkomstig zijn van slechts 3-5 % van de dieren die de afgelopen 25-30 jaar geleefd hebben. Het is heel aannemelijk dat dit ook voor katten opgaat. Kijk maar naar diverse stambomen. Door deze selectie gaat er een heleboel genenmateriaal verloren en ontstaat een risico dat bepaalde ziektebeelden, die toevallig in deze beperkte groep voorkomen, de overhand krijgen. Als voorbeeld bij katten werd genoemd de zeer strenge selectie op knikstaarten bij Siamezen een aantal jaren geleden waardoor de fokbasis vrij smal geworden is. Natuurlijk is het belangrijk om alert te blijven zijn op ziektes waarbij duidelijk een familieverband kan worden aangetoond. Daarnaast raadt hij preventief aan om de enorme afname in genetische variatie zoveel mogelijk te beperken en te zorgen voor fokdieren met meer genetische variatie, met als uiteindelijk doel : spreiding van de risico’s.

Kijk dus ook eens uit naar een wat minder populaire kater (als fokpartner voor uw eigen kat)

Misschien een kater die alleen als huiskat wordt gehouden en op de nominatie staat om gecastreerd te worden. Zelf kun je de kopers van een kater uit je nest vragen om tijdig contact met je op te nemen, als ze hierin interesse hebben. Ik bedoel hier niet mee dat je helemaal niet meer hoeft te kijken hoe een kat er uit zien maar dat je soms katten met een onschuldige fout toch voor de fok kunt inzetten met een daarbij passende partner als daartegenover staat dat het de gezondheid van het ras ten goede komt.

Het is ook heel belangrijk dat er, naast elkaar, groepen, die niet verwant zijn, blijven bestaan, zodat je bij problemen in een bepaalde lijn uitwijkmogelijkheden hebt. Bij de Abessijnen zit men nu met een probleem dat een heel populaire dekkater nieramyloidose vererft. Nieramyloidose is een afzetting van onoplosbaar eiwit in de nieren die de dood tot gevolg heeft. Bij Siamezen komt iets vergelijkbaars voor in de lever en ook bij honden zijn vormen van amyloidose bekend. Het is dus niet onwaarschijnlijk dat iets dergelijks ook bij Maine Coons kan voorkomen.

Hoe ziet je kat er uit?
Ik bedoel hiermee een aantal zaken. Is de kat in goede conditie voor een nest (en heb je zelf ook de tijd hiervoor). Sommige mensen denken daar nogal makkelijk over. Dat gaat allemaal vanzelf. Je zult het maar net treffen dat je in je eerste nest allemaal problemen krijgt. Zelfs een gezond nest vraagt veel tijd en aandacht.

Hoe ziet je kat eruit vergeleken met de standaard. Er is ooit een keurmeester uit Australië op een FIFé show geweest. Deze keurmeester moest zich eerst in de standaard verdiepen en de manier van keuren. Er was nogal wat commentaar op deze mevrouw. Ze gaf b.v. geen punt voor het ontbreken van ondervacht. Natuurlijk kun je er over twisten of dit bij Maine Coons zo belangrijk is, bij Noren is dit beslist essentieel. Maar die mevrouw had volkomen gelijk. Kijk maar in de standaard, daar wordt dit als fout genoemd. Overigens staat dit ontbreken van ondervacht ook bij de TICA-standaard als fout genoemd. Het kan dus geen kwaad om regelmatig nog eens naar die standaard te kijken. Hieronder tref je de fouten aan die daar in genoemd worden.

Fouten FIFéstandaard voor de Maine Coon
Ronde kop
Recht of bol profiel
Te wijd uit elkaar staande oren
Schuine, amandelvormige ogen
Een stop in de neus
Uitstekende snorhaarkussentjes
Zwakke kin
Ronde of spitse snuit
Fijne, lichte botstructuur
Lange, dunne poten
Korte staart
Een vacht die overal even lang is
Totaal ontbreken van ondervacht
Het ontbreken van buikhaar
Kort, gedrongen lichaam
Onevenwichtige verhoudingen
Een in zijn geheel te kleine kat

Een keurrapport kan soms een aanwijzing over je kat geven. Beter nog is om je kat met andere in dezelfde klasse op een show te vergelijken. Nadeel bij een eerste nest is dat de katten zich in het eerste jaar vaak allemaal in een verschillende fase van de ontwikkeling naar volwassenheid bevinden. Probeer voor jezelf of vraag aan anderen om de goede en de slechte punten van je kat te noteren zodat je een beeld krijgt wat je zou willen verbeteren. Je vindt natuurlijk nooit de ideale partner die alle goeie eigenschappen van je poes ook heeft en daarnaast alle mindere punten opheft. Verwacht ook niet dat een BISkater allemaal BISkittens produceert. Het resultaat komt tenslotte van 2 ouders.Door middel van een beslissingstabel kun je voor jezelf een beeld krijgen welke kater het meest geschikt zou zijn. Hiervoor moet je een soort schoolrapport maken van zowel je poes als liefst meerdere katers die je op het oog hebt. Probeer altijd om niet alleen maar van 1 bepaalde kater uit te gaan. Katers kunnen namelijk plotseling wegvallen door dat ze, om wat voor reden dan ook, gecastreerd worden.

Op dit rapport ontleden we de kat als volgt:

Beschrijving punt cijfer totaal
Karakter
Gezondheid
Kopvorm
Oren: stand, grootte, pluimpjes
Ogen: kleur, vorm, stand
Snuit
Kin
Lichaamsbouw: grootte, beenderstructuur
Staart: lengte, volheid
Kleur
Vacht: lengte, structuur
Vererft
Totaalscore

In deze tabel staan punten voor bepaalde onderdelen. Het cijfer geeft de belangrijkheid van dat onderdeel aan. De bedoeling is dat je je poes en mogelijke partners of kittens uit je nest een cijfer geeft en dit vermenigvuldigt met het aantal punten. Bij vergelijking van 2 dekkaters kun je zien welke overall beter scoort terwijl je je anders misschien blind staart op een enkel onderdeel. Tenzij je dit specifieke onderdeel zo belangrijk vindt dat je rest maar op de koop toe neemt? Let ook op dat je geen fout maal fout gaat kruisen, bijvoorbeeld een kat met te kleine oren maal een kat met te grote oren. De natuur neemt daar namelijk niet het gemiddelde van. Je zult te kleine, te grote en normale oren krijgen. Als je poes te kleine oren heeft dan moet je die kruisen met een met de juiste maat oren. Op die manier is de kans veel groter dat je de goede maat oren krijgt.

Ik kan me voorstellen dat je zelf mogelijk een andere puntenverdeling voor ogen hebt, daarom kun je die zelf aanpassen maar wees wel consequent. Je kunt b.v. de verhouding van de punten van de standaard nemen.

Karakter:
Beoordeel het temperament van een kat altijd in de eigen omgeving. Een kat die zich makkelijk laat showen zal thuis natuurlijk ook goed gehumeurd zijn, maar een kat die op show nerveus is hoeft dit thuis niet te zijn. Als uw opzet is om een kat te fokken waarmee je wilt showen kunt natuurlijk beter een partner uitzoeken waarvan bekend is dat deze op show niet nerveus is. Als de kat thuis ook nerveus of bang is , zie er dan vanaf om deze kat te gebruiken, hoe mooi die misschien ook mag zijn. Zo’n kat voelt zich niet lekker in z’n vel en dit zul je ook terugvinden in de kittens.

Gezondheid
Dit onderwerp wordt verderop besproken door dierenarts Meyling. Je kunt hierbij natuurlijk ook denken aan de verwantheid van de lijnen.

Kopvorm
het geheel moet een hoekige indruk maken, niet te spits.

Oren
Een oorbreedte uit elkaar. Hou bij de kater rekening met het uit elkaar gaan staan van de oren met het verstrijken van de jaren. Maar ze moeten niet helemaal afzakken tot aan de zijkant van de kop zodat aerophlane-ears ontstaan. De hoogte van de oren dient gelijk te zijn aan de hoogte van de ooghoek tot aan de aanzet van de oren. Pluimpjes zijn gewenst, niet verplicht. Ik heb gehoord dat men bij de onafhankelijke verenigingen in Frankrijk, dit per ongeluk verkeerd vertaald heeft. Het resultaat hiervan is dat wanneer men geen pluimpjes heeft gediskwalificeerd wordt. Gelukkig is de situatie in Nederland anders. Wanneer de fokpoes geen pluimpjes heeft hecht je hier bij de kater natuurlijk meer waarde aan dan wanneer je poes dit wel heeft.

Ogen:
Niet te dicht bij elkaar zodat een Siamese indruk ontstaat.

Profiel:
Veel Maine Coons hebben een wat te recht profiel.

Snuit:
Niet te spits.

Kin:
Let op een zwakke kin.
Lichaamsbouw:
Alles dient zodanig in verhouding te zijn dat een rechthoek ontstaat. Is de bouw vierkant dan is de kat dus te compact (te kort).
De Maine Coon heeft een gespierd lichaam met een brede borst, de voorpoten staan een pootbreedte uit elkaar. Let ook op de achterhand, die moet gespierd zijn en zeker niet doorgezakt, X- en O-benen zijn ook uit den boze.
Het lichaam vormt een rechterhoek gelijk aan de rechthoek die door de poten gevormd wordt (let op! op de tekening is voor de duidelijkheid minder vacht weergegeven). De staartlengte is gelijk aan de lange zijde van de rechthoek (of langer!).
De nek is gemiddeld van lengte en kan bij volwassen katers dik en gespierd zijn.

Staart
Net zo lang als het lichaam.

Kleur
Kleur is minder belangrijk maar we zijn natuurlijk niet kleurenblind. Wil je graag katten met een warme kleur fokken let dan op warme brown- of rode tabbies. Het gemarmerde patroon maakt de kat bijvoorbeeld donkerder en een gestreepte lichter van kleur. Sommige zilverlijnen worden als ze volwassen worden erg bruin. Wanneer je mooie lichte zilvers wilt fokken, kun je deze lijnen beter vermijden.

Vacht
Let op lijnen waarvan de vachten erg vaak klitten of erg vet zijn dat je dit effect niet versterkt.

Vererft
Hier kun je zaken in opnemen die naast de bovenstaande voor jezelf van belang zijn:
bijvoorbeeld sproeigedrag, vererft verdunning etc.

De huisvesting van de kater kun je eventueel ook in de tabel opnemen.

Het vlekjeswit
Wanneer je 2 katten zonder wit met elkaar kruist komen daar in principe kittens zonder wit uit. Het komt wel eens voor dat er toch kittens met wit geboren worden. In de meeste gevallen gaat dit om kleine witte vlekken, bijvoorbeeld tussen de tenen, bij het bikinibroekje, of voorbij (aansluitend aan) de kin. Een tabby mag een witte kin hebben, maar verder dan die kin mag het wit niet gaan. Soms zie je dan na de kin eerst de kleur van de kat weer en daaronder een wit vlekje dat met een half jaar een heel duidelijk medaillonnetje wordt. Vorig jaar is bij een Eurokampioen Maine Coon, na het behalen van het Eurokampioenschap, gebleken dat hij met wit was. Weliswaar ging het hierbij om een zilveren kater waarbij een klein wit vlekje in de vacht natuurlijk minder opvalt.

Een aanwijzing voor met wit is ook roze voetzolen of roze vlekken op de voetzolen bij katten die niet rood en niet schildpad zijn. Bij de FIFé is iedere hoeveelheid wit toegestaan. Op onafhankelijke shows is men vaak veel minder tolerant. De kat moet een exact voorgeschreven hoeveelheid wit hebben, anders krijgt hij een mindere beoordeling, wordt hij gediskwalificeerd, of moet in de klasse zonder wit geshowd worden. Let hier dus op als je gaat showen bij de onafhankelijken of kittens aan leden van de onafhankelijken verkoopt. Bij Felikat kan de kleur van een kitten tot de leeftijd van 6 maanden door de fokker omgeschreven worden in het Felikatbestand. Hierna moet je de kat op een show of op een stamboekvergadering laten determineren. Hou er rekening mee dat een kat met een klein vlekje wit dit ook door vererft. Het beste kun je dan ook voor deze katten een partner met een “normale” hoeveelheid wit gebruiken. Op die manier maskeer je het. Een andere optie is om niet meer met deze kat te fokken of met een nakomeling die dit niet vererft …

Kleurvererving
Wanneer je een kruising doet om een bepaalde kleur te krijgen en je bent niet op de hoogte van de regels van kleurgenetica, probeer dan van tevoren informatie te krijgen of je deze kleur er wel uit krijgt. Soms hoor je dat mensen rode katers met browntabby poezen kruisen en dan heel verbaasd zijn dat er maar geen rode kater uit komen. Maine Coons hebben de naam toverballennestjes te krijgen, daardoor ontstaat wellicht de indruk dat je iedere kleur uit iedere combinatie kunt krijgen. De kleurgenetica van de Maine Coon verloopt op precies dezelfde wijze als bij andere rassen. Alleen bij andere rassen heeft men of een beperkter kleurenscala of kruist men bepaalde kleuren niet met elkaar om dat dan een niet bij die kleur horende oogkleur ontstaat. Het maakt ook niets uit dat de opa of de oma rood of zilver is. Als je een bepaalde combinatie doet kun je van tevoren zeggen welke kleuren er wel en welke er niet uit komen. Je kunt me hiervoor altijd mailen. In It´s Coontime wordt aan het onderwerp kleurgenetica regelmatig aandacht besteed waarbij de nadruk ligt om dit zo eenvoudig mogelijk te houden.

Tot slot wil ik graag beginnende fokkers adviseren om niet op jezelf te blijven maar aansluiting te zoeken bij andere fokkers. Dit kan zijn de fokker van je kat, de eigenaar van de dekkater die je wilt gebruiken, een fokker die in de buurt woont of een die bv. een kat uit dezelfde lijnen heeft. Op die manier hoef je niet steeds opnieuw het wiel uit te vinden, je krijgt een betere kijk op je katten, en je kunt elkaar ergens bij helpen en misschien iets van elkaar gebruiken.

Voor deze tekst is gebruik gemaakt van :
What exactly does a Maine Coon look like
door Cheryl M. Gower uit The Scratch Sheets Winter 1995 en Spring 1996.
Catterymanagement van Hetty Berntrop

 

Lees meer Eigen kater of uitdekking

Een eigen dekkater en … buitendekkingen
Astrid Straver, Cattery Tricks and Tails

Een onvermijdelijke vraag voor veel fokkers is de vraag of zij zelf een dekkater willen houden. Na de rompslomp van het één keer of meermalen wegbrengen van de poes naar de dekkater, komt deze vraag als vanzelf boven drijven.

Een kater wordt vaak ook ter dekking gesteld voor andere fokkers en dit is iets waar je dus ook over na moet denken. Immers de ene kater is blij en gelukkig met slechts een paar dekkingen per jaar, de andere macho gilt het uit om meer damesbezoek! Voor de genenpool van het ras is het interessant als er meerdere katers beschikbaar gesteld worden voor dekkingen. Des te meer keuzemogelijkheden er zijn, des te groter de diversiteit van de genenpool van het ras is!

Is uw kater geschikt als dekkater?
Om het Maine Coon ras te versterken, zoeken fokkers naar katers die aan de rasstandaard van de Maine Coon voldoen.

Een goede manier om hierachter te komen is om de kater uit te brengen op een show, waarbij een keurmeester de kat aan de hand van de rasstandaard beoordeelt. Je krijgt van jouw kater een geschreven keurrapport waarop de sterke en zwakke punten van de kater staan vermeld.

Daar ‘de perfecte Maine Coon’ niet bestaat, zoekt een poeseigenaar in een dekkater sterke punten die de eventueel zwakkere punten van de poes kunnen complementeren.
Tevens is het voor een poeseigenaar van belang om te weten dat de kater geen ernstige fouten heeft, denk daarbij aan bijvoorbeeld een staartfout, zwakke kin, ronde of spitse snuit, recht profiel, te wijd uiteen staande oren enz.

Daarnaast wil de poeseigenaar ook zeker weten dat beide testikels van de kater volledig zijn ingedaald een zaak welke tijdens de veterinaire keuring op een show gecontroleerd wordt.

Uiteraard zoekt een poeseigenaar ook een lief en gemakkelijk karakter in een kater die dan ook niet schuw moet zijn.

Een goede gezondheid is ook van belang, daarom wordt gevraagd om minimaal een patellla luxatie test. Deze test kan de dierenarts uitvoeren en kost doorgaans niet meer dan een consult, immers het enige wat de dierenarts doet is controleren of de knieën van uw kat niet te los zijn. De verklaring die hij hiervoor dient in te vullen is verkrijgbaar bij de Rasclub en staat ook regelmatig afgedrukt in It’s Coontime.

Daarnaast wordt een bloedtest verlangd, waaruit blijkt dat uw kat geen leukemie en/of kattenaids heeft. Zonder een dergelijke test, geven de meeste kattenverenigingen geen stambomen voor de kittens af en deze test moet vóór de dekking plaatsvinden.

De stamboom van jouw kater is uiteraard ook van belang en derhalve dient de kat een goedgekeurde stamboom te hebben (dit hoeft dus niet persé een Felikat stamboom te zijn). Het is ook van belang om te weten of de stamboom van de kater past bij de stamboom van de poes. Hierin kan de werkgroep Maine Point je verder adviseren.

Vanaf welke leeftijd kan een kater dekken?
Als de kater nog niet eerder gedekt heeft, is het moeilijk om in te schatten wanneer hij interesse krijgt om een poes te dekken. Er zijn katers die vanaf 8 maanden al succesvol dekken en er zijn er ook die bijna twee jaar oud zijn als ze hun eerste dekking doen.
Een van de indicaties om te zien dat een kater geslachtsrijp aan het worden is, is het ontstaan van een ‘katerstaart’ (de haren even onder de staartaanzet worden dan ‘vettig’). Een andere indicatie kan zijn dat de kater enorm geïnteresseerd is in de ‘open poezen luchtjes’ op kleding (van bezoek of van jezelf als je bij een open poes op bezoek bent geweest).
In de praktijk is er meestal maar een manier om er achter te komen of de kater al wil dekken: gewoon proberen!

De poes komt bij je logeren

Heb je een veilige en afsluitbare kamer in huis waar je kater zijn vriendin kan ontvangen? Het meest geschikt is een ruimte welke goed te ventileren en verwarmen is, alsmede goed afsluitbaar. Daar de poes zich soms in het begin verstopt voor de kater, is het handig als er niet allerlei verstopplekjes in de kamer zijn. Een grote open zolderruimte is derhalve doorgaans minder geschikt dan een kleine slaapkamer. Het is gebruikelijk dat de kater het damesbezoek ontvangt. Het kan echter ook een idee zijn, als je nog nooit een dekking hebt meegemaakt, om de kater uit logeren te brengen bij de poeseigenaar als deze er veel meer ervaring mee heeft.

Wat verwacht de poeseigenaar van je?

Een schone ‘logeerkamer’ voor de poes, met vers water, voer en een schone kattenbak. De garantie dat de poes in deze kamer blijft.

De nagels van de kater zijn voordat de poes komt geknipt.

Zodra de poes goed krols is, wil de poeseigenaar de poes het liefste direct komen brengen. Helaas zijn de krolsheden van een poes meestal niet goed te voorspellen, dus de poeseigenaar wil graag weten waar en hoe je overdag en ‘s avonds bereikbaar bent.

Testen waaruit blijkt dat jouw kat vrij is van leukemie, kattenaids alsmede patella luxatie.

Natuurlijk zul je net zo goed voor de logeerpoes zorgen als voor je eigen katten!

Wat mag jij verwachten van de poeseigenaar?
Een ervaren fokker moet goed kunnen inschatten wanneer de poes voldoende krols is om gebracht te worden.

De nagels van de poes zijn geknipt net voordat zij bij je gebracht wordt.

Zodra de poes een aantal malen gedekt is, dient de poeseigenaar de poes zo snel mogelijk weer op te halen.

Teneinde stambomen voor de kittens te krijgen, verlangen de kattenverenigingen een dekbewijs.

De kater en de poes…
De poes zal even moeten wennen aan haar verblijf in de logeerkamer, alle spullen, geluiden en geuren in de kamer zijn immers nieuw voor haar. Meestal werkt het het beste om haar eerst een halve dag alleen bij te laten komen van de reis.

Doorgaans is er van de krolsheid van de poes niets meer te merken tijdens het begin van de logeerpartij. Na ongeveer een halve dag kun je de kater bij de poes laten, blijf er in het begin wel even bij, om te kijken hoe het gaat. De poes kan in het begin tamelijk fel op de kater reageren, als het goed is gaat dit snel over. Meestal is de poes na 24 uur in de logeerkamer te zijn, weer voldoende krols om zich door de kater te laten dekken. Vanaf dit moment zal zij de kater achterna lopen, kopjes geven en in de ‘dekhouding’ gaan staan (enigszins door de poten gezakt, met het bekken ietwat gekanteld en de staart opzij).

Een onervaren kater weet nog niet precies wat hij moet doen. Maar als hij al ‘roepend’ achter de poes aanloopt, graag onder haar staart wil ruiken en haar in de nek wil bijten, dan is hij in ieder geval serieus in een dekking geïnteresseerd. Nu moet de natuur verder zijn beloop hebben. Een poes die gedekt wordt krijst het meestal uit en na de dekking gaat ze enorm heftig en wild op de grond liggen rollen. Sommige katers bijten zich zo stevig vast in de nek van de poes, dat deze ernstig verwond geraakt. Het is belangrijk dat de katereigenaar hier goed op toeziet en de poeseigenaar hierover informeert.

Afspraken maken
Het is verstandig om voor de eventuele dekking afspraken te maken over de volgende zaken:
Dekvergoeding: dekgeld of een kitten? Je bent geheel vrij om afspraken over de vergoeding voor de dekking te maken. Meestal is de prijs van een kitten de gebruikelijke vergoeding. Een andere mogelijkheid is een ‘staffelsysteem’ waarbij voor het bezoeken van de kater wordt betaald en een bedrag per kitten. Bij een dekkater, die heeft bewezen levende nakomelingen te verwekken, wordt er na de dekking betaald bij het ophalen van de poes. Bij een Teddyboy is het wellicht een beter idee om dit na de geboorte van de kittens te doen.
Herdekking. Het is gebruikelijk indien de poes de eerste keer niet gedekt is, zij nog een of twee keer kan worden gebracht voor een herdekking. Dit is ook het geval als er twee weken na de geboorte nog slechts één levend kitten is. Spreek ook af hoe je het oplost als de kater inmiddels gecastreerd is en er derhalve geen herdekking kan plaatsvinden.
Wij raden je aan om minimaal bovenstaande zaken vast te leggen in een dekcontract, dan kunnen er achteraf nooit misverstanden ontstaan over wat er nu precies was afgesproken.


De voordelen en de nadelen

Als je jouw kat in contact brengt met een vreemde kat (zoals op een show of bij een dekking), dan loop je altijd een zeker risico. Immers iedere kattenhuishouding is anders en door het contact loop je altijd het risico een virusje, vlooien of bijvoorbeeld een schimmelinfectie op te lopen. In de wereld van de raskatten wordt hier (terecht) heel serieus tegenaan gekeken. Ter relativering is het wellicht ook goed te bedenken dat er vele huiskatten zijn die vrij buiten lopen en veelvuldig in contact komen met andere katten en deze katten lopen derhalve véél meer risico.

Het ontvangen van een logeerpoes in huis brengt altijd een zekere spanning in het gezin. Immers iedereen moet nu extra goed op de deuren en ramen letten, het zou immers afschuwelijk zijn als de logeerpoes zou ontsnappen!

Als je het zo allemaal gelezen hebt, begin je je wellicht af te vragen of er ook voordelen zijn?
Uit ervaring kunnen wij je vertellen dat het heel bijzonder is om de kittens van je eigen kater te zien opgroeien en om kleine dingen van je eigen fantastische kater in zijn kittens terug te zien. Soms laten ze precies dezelfde maniertjes zien als hun vader en herken je ook familietrekken van hem in de kittens.

Een ding is zeker, je doet jouw kater er een groot plezier mee als hij een krolse vriendin te logeren krijgt!

Een kater voor een dekking beschikbaar stellen is een mooie manier om mee te werken aan een vergroting van de diversiteit van de genenpool van het ras. Het is ook een hele leuke manier om te fokken, zonder alle stress rondom de geboorte en het grootbrengen van de kittens, welke immers voor rekening van de poeseigenaar is.

 

Lees meer Genetische diversiteit

Genetische diversiteit
Astrid & Leo Straver, Cattery Tricks and Tails, geplaatst in It’s Coontime!

In het artikel van Heather Lorrimer kunt u lezen dat genetische diversiteit een belangrijke rol speelt bij het gezond houden van iedere dierensoort. Stamboomonderzoek is een belangrijk hulpmiddel om hierin inzicht te krijgen.

De basis van het ras Maine Coon bestaat uit meer dan 100 foundation katten. Met Foundation katten worden de katten bedoeld die aan de basis van het ras staan en vaak afstammen van onbekende ouders.

Wanneer je echter gaat kijken naar de stambomen van de Maine Coons die je tegenwoordig op shows ziet, dan kom je tot de ontdekking dat de achtergrond van de meesten van hen voor 65 tot 75% bestaat uit dezelfde 5 katten. Deze 5 foundationkatten, die het meest voorkomen in de huidige Maine Coon stambomen, worden wel de Top 5 katten genoemd.
Deze Top 5 bestaat uit:
Andy Katt of Heidi Ho
Bridget Katt of Heidi Ho
Dauphin de France of Tati-Tan
Tatiana of Tati-Tan
Smokie Joe of Whittemore

Hoe komt het dat deze vijf katten zo’n grote invloed op onze stambomen hebben? Dit wordt veroorzaakt door de “klonen” die in vrijwel alle Maine Coon stambomen veelvuldig voorkomen en voor meer dan 90% op de Top 5 katten zijn gebaseerd.

Klonen
In 1978 werd Heidi Ho Sonkey Bill geboren, een kleinzoon en achterkleinzoon van Andy en Bridget Katt of Heidi Ho. Als hij gekruist werd met Tanstaafl Polly Adeline leken de kinderen hiervan zo verbazend veel op elkaar, dat men sprak van “clones”. In dit geval ging het echter om klonen die niet door genetische manipulatie ontstonden (zoals het schaap “Dolly”).

Deze zogenaamde Maine Coon klonen stonden er om bekend dat ze goede showkwaliteit kittens produceerden en ook een positieve invloed hadden op de grootte van het ras. Om die reden werden deze klonen veel gebruikt voor de fok. Een aantal fokkers dachten dat als het resultaat van één kloon zoveel effect had, het resultaat van veel klonen nog beter zou zijn! Tegenwoordig bestaan veel Maine Coon stambomen voor 35 % tot zelfs soms 50% uit klonen. De klonen die het meest in onze stambomen voorkomen zijn: Heidi Ho Richard III, Heidi Ho Canth, Heidi Ho Percival, Heidi Ho Coon Victoria, Tanstaafl Molly Brown en Heidi Ho Aurora.

De klonen hadden zelf niet zo’n hoog inbreedingspercentage (9,4%), maar omdat er veel lijnteelt met de klonen en hun nageslacht werd gedaan, ging dit percentage gestaag omhoog.

Inteeltpercentage
Het inteeltpercentage geeft de gemiddelde kans aan dat elk genenpaar homozygoot is, verkregen door de vererving van gemeenschappelijke voorouders.

Dit percentage is afhankelijk van over hoeveel generaties dit berekend wordt. Als dit over 4 of 5 generaties berekend wordt (het aantal wat je meestal op een stamboom ziet), is dit beduidend lager dan wanneer dit over 10 generaties gedaan wordt. Dit zou een foutief gunstig beeld kunnen geven, omdat de verwantschap vaak juist blijkt in die generaties die niet meer op de stamboom te zien zijn.

Wilt u meer over dit onderwerp weten of bent u benieuwd naar het inbreedings percentage van uw kat of een geplande kruising? Kijk dan eens op het Internet bij de online Maine Coon database: Pawpeds
Deze site wordt onderhouden door onder anderen Ulrika Olsson (cattery Ylletrollets), een Zweedse fokker die door stamboomonderzoek ontdekte hoezeer de klonen en Top 5 katten ons ras beïnvloeden.

Meer informatie over o.a. Top 5 katten, klonen, beschikbare Maine Coon outcross en de gevaren van inteelt vindt u op de Maine Coon Heritage Site.
Wilt u graag weten hoeveel procent Top 5 en klonen er in uw stambomen zitten? Stuur dan kopieën van de gecertificeerde stambomen van uw katten naar:

Leonie van den Belt
De Snit 35
8255 HD Swifterbant
e-mail: leonievdbelt@gmail.com

 

Lees meer fokken zonder stamboom

Standpunt Rasclub inzake fokken met Maine Coons zonder stamboom

De Rasclub Maine Coon biedt uitsluitend hulp op het gebied van fokken en herplaatsen van Maine Coons waarvan de eigenaar in het bezit is van een officiële stamboom, waaruit blijkt dat het om een Maine Coon gaat.

Het standpunt van de RMC is dat zij niet voor niets een Rasclub voor fokkers, exposanten, liefhebbers en bezitters van de Maine Coon is.

Door voorlichting en informatie te geven wil de RMC haar best doen om de karakteristieke eigenschappen van de Maine Coon te behouden en er mede zorg voor dragen het ras nu en in de toekomst gezond te houden.

Het stimuleren van het fokken met katten waarvan niet vast staat dat zij Maine Coons zijn kan dan ook geen onderdeel hiervan zijn. Daarnaast zijn er al voldoende rasloze katten op de wereld.

Facebook