UITERLIJK
Het zijn katten met een natuurlijk uiterlijk en een makkelijk te onderhouden vacht. Ze worden iets groter dan gewone huiskatten, namelijk vijf tot acht kilo, waarbij katers iets forser zijn dan poezen. Omdat het ras zich betrekkelijk traag ontwikkelt, zijn ze pas met een jaar of vier volwassen en hebben dan pas hun uiteindelijke type en vacht bereikt.
Hun verschijning is imposant door hun los uitstaande vacht, hoge poten en lange, volle staart en geeft een goed gespierde, stevige en krachtige indruk.
De brede kop heeft een vierkante snuit met een lichte welving in de neus, grote oren met haarpluizen eruit en het liefst pluimpjes aan de punten. Verwacht wordt dat de kop wordt omlijst door een kraag.
De vacht is dicht, kort op de kop, schouders en poten en geleidelijk langer langs de rug en de flanken, met een enigszins ruig- en volbehaarde broek op de achterpoten en lang buikhaar. De vacht is geschikt voor alle jaargetijden; de lange pluimstaart wordt gebruikt om voeten en oren warm te houden als ze zich helemaal oprollen. De vacht is waterafstotend en klit nauwelijks, omdat er weinig ondervacht aanwezig is en is dan ook eenvoudig te verzorgen. Eén keer in de week kammen en borstelen is meestal voldoende, waarbij u de vier ‘oksels’ niet moet vergeten.
Hoewel browntabby de meest populaire kleur is, zijn bij de Maine Coon vrijwel alle kleuren mogelijk. Alleen de kleuren lilac en chocolate en de Siamese point-aftekening zijn niet toegestaan. Afhankelijk of de kat tabby, effen, blauw of zilver is, voelt de vacht stugger of zachter aan. De volgende vier vachtpatronen zijn toegestaan: gemarmerd, ook wel ‘classic’ of ‘blotched’ genoemd, gestreept, ook wel ‘mackerel’ genoemd, ticked en spotted. Tevens is effen mogelijk.
Er is ook nog zoiets als een rasstandaard. Een rasstandaard bij huisdieren bestaat uit een aantal regels (raspunten) die de ideale vertegenwoordiger van het ras beschrijven. Voor de MCO bestaan er verschillende rasstandaarden.